Re: De groene stand
Goed, als je dus manueel wil werken en alles zelf instellen dan moet je eigenlijk (voor een landschap bijvoorbeeld):
1/ Met de spotmeter een lichtmeting doen op de hoge lichten en een op de lage lichten van je onderwerp om de contrastomvang te bepalen.
2/ Met een kleurtemperatuurmeter de kleurtemperatuur van je onderwerp bepalen, zodat je de juiste witbalans kunt instellen.
3/ Een afstandsmeting doen van het dichtsbijgelegen scherpstelpunt en daarna een van het verst gelegen scherpstelpunt, zodat je de nodige dieptescherpte kunt bepalen.
4/ Het benodigde diafragma berekenen om die dieptescherpte te halen. Eventueel objectief en sensorvlak voldoende ten opzichte van elkaar kantelen om via Scheimpflug die dieptescherpte te halen.
5/ De ISO-waarde voldoende laag instellen om de ruis te beperken.
6/ Bepalen wat de bijhorende sluitertijd is.
7/ Eventueel objectief en sensorvlak voldoende ten opzichte van elkaar verschuiven om vervormingen te voorkomen.
Voor flitsfotografie kun je dan eigenlijk beter geen spleetsluiter of elektronenflitser gebruiken, omdat je daarmee onvoldoende rekening kunt houden met het omgevingslicht. Op naar de flitslampjes en de centraalsluiter dan maar?
Het komt er eigenlijk op neer je toestel goed te kennen, zodat je optimaal van alle mogelijkheden gebruik kunt maken...
Goed, als je dus manueel wil werken en alles zelf instellen dan moet je eigenlijk (voor een landschap bijvoorbeeld):
1/ Met de spotmeter een lichtmeting doen op de hoge lichten en een op de lage lichten van je onderwerp om de contrastomvang te bepalen.
2/ Met een kleurtemperatuurmeter de kleurtemperatuur van je onderwerp bepalen, zodat je de juiste witbalans kunt instellen.
3/ Een afstandsmeting doen van het dichtsbijgelegen scherpstelpunt en daarna een van het verst gelegen scherpstelpunt, zodat je de nodige dieptescherpte kunt bepalen.
4/ Het benodigde diafragma berekenen om die dieptescherpte te halen. Eventueel objectief en sensorvlak voldoende ten opzichte van elkaar kantelen om via Scheimpflug die dieptescherpte te halen.
5/ De ISO-waarde voldoende laag instellen om de ruis te beperken.
6/ Bepalen wat de bijhorende sluitertijd is.
7/ Eventueel objectief en sensorvlak voldoende ten opzichte van elkaar verschuiven om vervormingen te voorkomen.
Voor flitsfotografie kun je dan eigenlijk beter geen spleetsluiter of elektronenflitser gebruiken, omdat je daarmee onvoldoende rekening kunt houden met het omgevingslicht. Op naar de flitslampjes en de centraalsluiter dan maar?
Het komt er eigenlijk op neer je toestel goed te kennen, zodat je optimaal van alle mogelijkheden gebruik kunt maken...
Comment