Deze morgen werd mij door iemand gevraagd hoe hij kon weten welk vermogen zijn driefasige transfo had.
Daarom dat het mischien wel interessant kan zijn om dat hier eens te delen, als iemand nog van die vuistregels kent, laat maar komen.
Hier in ieder geval mijn bijdrage met het inschatten van het vermogen van een transfo.
Dat is een vuistregel, en geen exacte wetenschap, maar klopt over het algemeen redelijk.
Bereken de oppervlakte van de benen in cm² neem daarvan het kwadraad en vermenigvuldig met een gemiddelde cos fi van 0,8 en deel door 2
Een voorbeeld, een driefasige transfo heeft drie benen (waar de spoelen omheen zitten) van bv. 5 cm X 5cm,
dat is dus 5 X 5 = 25 cm² X drie benen = 75cm² in het kwadraad = 5.625 X 0,8 /2 = 2.250 VA (watt) of 2,25 KVA
dat is een regel die over het algemeen redelijk klopt, tenzij het natuurlijk een speciale transfo zou zijn met
een aantal verschillende uitgangen met allerlei soorten windingen met verschillende sectie.
Ook niet van tel op bv. een lastransfo, waar de inwendige weerstand groot moet zijn omwille het verbranden tegen te gaan.
Voor een monofasige transfo is het eigenlijk bijna hetzelfde, daar is de oppervlakte van het middenbeen (kern waar de spoel omheen zit)
in cm² van tel bij deze mag je ook de twee blootstaande buitenbenen nemen (die twee zijn gezamelijk altijd dezelfde oppervlakte
als het middenbeen) dus een buitenbeen X2 of 1X binnenbeen, oppervlakte in cm², en terug dezelfde berekening.
Bijvoorbeeld de binnenkern is 4 cm X 4cm = 4X4 = 16 in het kwadraad = 256 X 0,8/2 = 102 VA of ongeveer 100 watt.
Dat is even een opfrisser, maar wel handig als je snel wil inschatten hoeveel het totaal vermogen van een transfo is.
Daarom dat het mischien wel interessant kan zijn om dat hier eens te delen, als iemand nog van die vuistregels kent, laat maar komen.
Hier in ieder geval mijn bijdrage met het inschatten van het vermogen van een transfo.
Dat is een vuistregel, en geen exacte wetenschap, maar klopt over het algemeen redelijk.
Bereken de oppervlakte van de benen in cm² neem daarvan het kwadraad en vermenigvuldig met een gemiddelde cos fi van 0,8 en deel door 2
Een voorbeeld, een driefasige transfo heeft drie benen (waar de spoelen omheen zitten) van bv. 5 cm X 5cm,
dat is dus 5 X 5 = 25 cm² X drie benen = 75cm² in het kwadraad = 5.625 X 0,8 /2 = 2.250 VA (watt) of 2,25 KVA
dat is een regel die over het algemeen redelijk klopt, tenzij het natuurlijk een speciale transfo zou zijn met
een aantal verschillende uitgangen met allerlei soorten windingen met verschillende sectie.
Ook niet van tel op bv. een lastransfo, waar de inwendige weerstand groot moet zijn omwille het verbranden tegen te gaan.
Voor een monofasige transfo is het eigenlijk bijna hetzelfde, daar is de oppervlakte van het middenbeen (kern waar de spoel omheen zit)
in cm² van tel bij deze mag je ook de twee blootstaande buitenbenen nemen (die twee zijn gezamelijk altijd dezelfde oppervlakte
als het middenbeen) dus een buitenbeen X2 of 1X binnenbeen, oppervlakte in cm², en terug dezelfde berekening.
Bijvoorbeeld de binnenkern is 4 cm X 4cm = 4X4 = 16 in het kwadraad = 256 X 0,8/2 = 102 VA of ongeveer 100 watt.
Dat is even een opfrisser, maar wel handig als je snel wil inschatten hoeveel het totaal vermogen van een transfo is.
Comment