Welkom! Ben je al een geregistreerd forumlid, log dan in met de knop Inloggen of registreren uiterst rechts bovenaan je scherm. Is dit je eerste bezoek Om berichten te bekijken selecteer je een forum in het onderstaande overzicht. Om zelf berichten te plaatsen moet je je eerst (gratis) registreren: klik daarom op Registreer.
De Shooting Day in AARSCHOT op 22 maart 2025 is VOLGEBOEKT
Oorspronkelijk geplaatst door Jos VanhengelBekijk bericht
Als het antecedent een zelfstandig naamwoord is, gebruik je "dat".
Dus: "Aan elk onschuldig kind dat dit leest".
We zijn niet allemaal onnozel.
Volgens mij is dit niet juist. Het gebruik van die of dat als betrekkelijk voornaamwoord heeft met het geslacht en aantal te maken.
De man of vrouw die....
De mannen of vrouwen die....
Het huis dat....
De huizen die....
Maar taal is soms toch wel om er onnozel van te worden.
Mvg.
Robert
Mvg.
Robert
Live each day like it's your last. One day, you'll get it right. Oscar Wilde
Taaladvies.net geeft antwoord op concrete vragen over taal en spelling. Deze website is een samenwerking van de Nederlandse Taalunie, Team Taaladvies, het Genootschap Onze Taal en het Instituut voor de Nederlandse Taal.
Het betrekkelijk voornaamwoord die verwijst naar de-woorden; dat naar het-woorden, ongeacht het biologisch geslacht. Naar het-woorden die personen aanduiden (meisje, mannetje, vrouwtje, ventje, neefje, nichtje, familielid, Tweede Kamerlid enz.), wordt met dat verwezen.
De keus tussen die en dat hangt echter niet in alle gevallen af van het woordgeslacht, d.w.z. van de vraag of het om een de-woord dan wel om een het-woord gaat. In bepaalde gevallen kan ook naar een het-woord met die worden verwezen. De voorwaarden zijn dat het het-woord een persoon aanduidt en dat het gaat om een uitbreidende bijvoeglijke bijzin:
(1) Het hoofd van onze school, die eigenlijk graag advocaat had willen worden, volgt een deeltijdstudie rechten in Leiden.
(2) Zijn vriendinnetje, die ik net heb leren kennen, vindt mij wel aardig.
Het betrekkelijk voornaamwoord die verwijst naar de-woorden; dat naar het-woorden, ongeacht het biologisch geslacht. Naar het-woorden die personen aanduiden (meisje, mannetje, vrouwtje, ventje, neefje, nichtje, familielid, Tweede Kamerlid enz.), wordt met dat verwezen.
De keus tussen die en dat hangt echter niet in alle gevallen af van het woordgeslacht, d.w.z. van de vraag of het om een de-woord dan wel om een het-woord gaat. In bepaalde gevallen kan ook naar een het-woord met die worden verwezen. De voorwaarden zijn dat het het-woord een persoon aanduidt en dat het gaat om een uitbreidende bijvoeglijke bijzin:
(1) Het hoofd van onze school, die eigenlijk graag advocaat had willen worden, volgt een deeltijdstudie rechten in Leiden.
(2) Zijn vriendinnetje, die ik net heb leren kennen, vindt mij wel aardig.
Het-woorden kan je ook omschrijven als "onzijdig" zijnde
Comment