Ik herinner me dat mijn vader zei dat ze in zijn jeugd meikevers bij hopen uit jonge beukenhagen gingen schudden.
De reden dat dit nu niet meer kon was 1. het gebrek aan beukenhagen ten voordele van taxus, liguster en andere dingen en 2. het gebruik van pesticiden.
Nu neem ik aan dat het gebruik van pesticiden sterk is verminderd de laatste jaren en overal zie je dat mensen weer overgaan naar inheemse beuken hagen (ik ook).
Maar ik vroeg me af : waar blijven die meikevers van vroeger ?
Ik zie er gemiddeld zo één per jaar en dan woon ik nog aan de bosrand en hier krioelt het van de beuken7 hagen.
Zelfde voor andere dingen : vroeger geen kleefkruid, geen heggewinde en geen robertskruid hier, nu krioelt het van.
In Zweden heb ik in naald- en loofbossen nog nooit een braambes gezien, netels ? geen sprake van en hier kan je er niet door.
In de tuin hebben de boshyancinten, het kleine hoefblad, de gele dovenetel, de hondsdraf, de paarse dovenetel, de sleutelbloemen zich spontaan weggeselecteerd, het groot hoefblad en de daslook verspreiden zich heel agressief. 2 km verder bij vrienden, zelfde omgeving : geen enkel groot hoefblad meer.
Hoe komt dat toch vraag ik me telkens af.
Ik heb al talloze manieren geprobeerd om het zaad van de arctische framboos, de rubus chamaeorus te laten ontkiemen, ze kiezen de meest onherbergzame locaties en zure, waterverzadigde gronden. Resultaat : NUL.
Het spul in de diepvries gestoken voor maanden, ze puur rijnzand met keien te eten gegeven, de rijkste bosgrond, de zuurste en natste turf, ze moeten het allemaal niet weten. Niks kiemen.
Die natuur zit verdomd raar in elkaar zeg ik.
De reden dat dit nu niet meer kon was 1. het gebrek aan beukenhagen ten voordele van taxus, liguster en andere dingen en 2. het gebruik van pesticiden.
Nu neem ik aan dat het gebruik van pesticiden sterk is verminderd de laatste jaren en overal zie je dat mensen weer overgaan naar inheemse beuken hagen (ik ook).
Maar ik vroeg me af : waar blijven die meikevers van vroeger ?
Ik zie er gemiddeld zo één per jaar en dan woon ik nog aan de bosrand en hier krioelt het van de beuken7 hagen.
Zelfde voor andere dingen : vroeger geen kleefkruid, geen heggewinde en geen robertskruid hier, nu krioelt het van.
In Zweden heb ik in naald- en loofbossen nog nooit een braambes gezien, netels ? geen sprake van en hier kan je er niet door.
In de tuin hebben de boshyancinten, het kleine hoefblad, de gele dovenetel, de hondsdraf, de paarse dovenetel, de sleutelbloemen zich spontaan weggeselecteerd, het groot hoefblad en de daslook verspreiden zich heel agressief. 2 km verder bij vrienden, zelfde omgeving : geen enkel groot hoefblad meer.
Hoe komt dat toch vraag ik me telkens af.
Ik heb al talloze manieren geprobeerd om het zaad van de arctische framboos, de rubus chamaeorus te laten ontkiemen, ze kiezen de meest onherbergzame locaties en zure, waterverzadigde gronden. Resultaat : NUL.
Het spul in de diepvries gestoken voor maanden, ze puur rijnzand met keien te eten gegeven, de rijkste bosgrond, de zuurste en natste turf, ze moeten het allemaal niet weten. Niks kiemen.
Die natuur zit verdomd raar in elkaar zeg ik.
Comment