Toen we zondags laats aan het wandelen waren, kwamen we plots
in het winteravondland van Damme. Nabij die molen, waar je niet
naast kunt kijken, en dat huisje dat lijkt op een huisje uit ontelbaar
vele sprookjes.
Het is zo’n plaats waar wolken de wacht optrekken en je adem even
stokt. Een plaatsje dat gehaakt lijkt met vele kleine stukjes uit een
ver en voorgoed verleden.
Je zegt niet veel meer, zei ze.
En dat was waar, ja.
Want stil blijven
lichtjes schuin
niet al te hoog
op je tenen staan,
en je wind wanen,
of het allerkleinste rietje,
zo is geluk, zo is verdriet,
een traag en draagbaar zeer…
in het winteravondland van Damme. Nabij die molen, waar je niet
naast kunt kijken, en dat huisje dat lijkt op een huisje uit ontelbaar
vele sprookjes.
Het is zo’n plaats waar wolken de wacht optrekken en je adem even
stokt. Een plaatsje dat gehaakt lijkt met vele kleine stukjes uit een
ver en voorgoed verleden.
Je zegt niet veel meer, zei ze.
En dat was waar, ja.
Want stil blijven
lichtjes schuin
niet al te hoog
op je tenen staan,
en je wind wanen,
of het allerkleinste rietje,
zo is geluk, zo is verdriet,
een traag en draagbaar zeer…
Comment