Sporangium by Jacques Willems, on Flickr
Bij mossen, levermossen en hauwmossen wordt het sporangium een sporenkapsel of sporogoon genoemd. Een mossen-sporofyt heeft altijd maar 1 sporenkapsel. De sporangia zijn van gelijke grootte; dit heet isosporangiaat.
Gewoonlijk zijn de sporen van gelijke grootte (isosporie), zelden zijn er kleinere mannelijke sporen en grotere vrouwelijk sporen.
Het jonge, zich ontwikkelende sporekapsel is vaak bedekt met restanten van de archegoniumwand, het huikje of calyptra, dat of mutsvormig of kapvormig kan zijn.
De kenmerken van het sporekapsel zijn belangrijk voor de systematische indeling van de mossen en voor de determinatie. Het sporekapsel kan een gecompliceerde bouw hebben en bestaat uit:
- een kapselhals, dat voorzien kan zijn van huidmondjes en
- een sporendoosje of theca. Het sporendoosje is vaak gecompliceerd van bouw, met
- een peristoom of mondbeslag, bestaande uit tot twee kransen van tanden en andere aanhangsels (endostoom en exostoom)
- een operculum of deksel en een annulus of dekselring
- het weefsel dat de sporen vormt (endothecium); de cellaag die de sporen vormt heet het archesporium
- het weefsel dat de kapselwand vormt (amfithecium)
Comment