Pupa by Jacques Willems, on Flickr
Dank u voor het kijken en/of beoordelen.
Pop van koolwitje (mogelijk het grote koolwitje (Pieris brassicae)).
Lepidoptera-poppen vertonen dezelfde soort evolutionaire gradatie van primitief naar gevorderd als larven en volwassenen. Bij de primitieve onderkaakmotten en sprankelende archaïsche zonnemotten (familie Eriocraniidae) heeft de pop vrije en beweegbare aanhangsels en functionele kaken. In sommige minder primitieve groepen behoudt de pop het vermogen om enkele aanhangsels te verplaatsen. Bij de hogere motten en de vlinders zijn alle aanhangsels stevig vastgemaakt aan de lichaamswand. Deze poppen worden obtect-poppen genoemd en zijn onbeweeglijk en kunnen slechts een of twee buiksegmenten wiebelen. In een paar groepen heeft de pop speciale raspen voor de klankproductie. Bijna alle externe structuren van de volwassene zijn te zien op de pop. De vleugels zijn prominent, plat neergeklapt langs het ventrale oppervlak, met de slurfhelften, de poten en de antennes ertussen. Aan het achterste uiteinde is een stekelige pad of spike, de cremaster, die in veel groepen de pop hecht aan zijdevezels gesponnen door de larve.
Comment