1. Nino : kijk nou de krant van papa. Zou ik ook even de krant lezen ?
2. Nino : Tjoche, wat is lezen toch moeilijk !
3. Jip : Hoi Nino, wat bij jij aan het doen ?
Nino : sssst... ik lees de krant.
4. Jip : kan jij de krant lezen ?
Nino : iedereen kan toch dat toch ?
Jip : Mag ik meelezen ?
Nino : ja, maar je mag niet storen.
5. Nino : Jip, ik begrijp er niets van.
Jip : Ach, dat komt omdat je papa's bril niet op hebt.
6. Nino : even opzetten.
Jip : je zult het zien Nino, nu kan je mooie verhalen uit de krant vertellen.
7. Nino : Er was eens een draak ... euh... en die....
Jip : staat dat in de krant ?
Nino : mmm.... ik weet het niet. Het lukt ook niet.
8. Jip : laat mij het eens proberen. Er was eens een reus... en euh, die... moeilijk zeg !
Nino : pfffff, hahahaa, jij kunt het ook niet.
9. Jip : neen,ik kan het ook niet. Hoe zou dat toch komen ? Ik heb de bril toch ook op ?
Nino : trek het je niet aan. Bij mij lukte het ook niet. Misschien moeten we eerst nog wat samen spelen en het lukt ons later wel.
10. Daar lag de krant en de bril ... verlaten bleven ze achter, wachtend op de komst van papa.
2. Nino : Tjoche, wat is lezen toch moeilijk !
3. Jip : Hoi Nino, wat bij jij aan het doen ?
Nino : sssst... ik lees de krant.
4. Jip : kan jij de krant lezen ?
Nino : iedereen kan toch dat toch ?
Jip : Mag ik meelezen ?
Nino : ja, maar je mag niet storen.
5. Nino : Jip, ik begrijp er niets van.
Jip : Ach, dat komt omdat je papa's bril niet op hebt.
6. Nino : even opzetten.
Jip : je zult het zien Nino, nu kan je mooie verhalen uit de krant vertellen.
7. Nino : Er was eens een draak ... euh... en die....
Jip : staat dat in de krant ?
Nino : mmm.... ik weet het niet. Het lukt ook niet.
8. Jip : laat mij het eens proberen. Er was eens een reus... en euh, die... moeilijk zeg !
Nino : pfffff, hahahaa, jij kunt het ook niet.
9. Jip : neen,ik kan het ook niet. Hoe zou dat toch komen ? Ik heb de bril toch ook op ?
Nino : trek het je niet aan. Bij mij lukte het ook niet. Misschien moeten we eerst nog wat samen spelen en het lukt ons later wel.
10. Daar lag de krant en de bril ... verlaten bleven ze achter, wachtend op de komst van papa.
Comment