Re: Het Zwin, teleurgesteld
Wandelen, met de fiets rondrijden, met de auto rondrijden,...kortom observeren.
Nu is de tijd niet ideaal maar in het voorjaar, ..maart, april, mei,...kun je zonder veel moeite ontdekken waar vogels zich ophouden. Zie je een soort meerdere malen op dezelfde locatie kun je al vermoeden dat die zich daar ergens gaat nestelen.
Achter een week of twee is de trek volop bezig en kun je veel treksoorten zien die hun voedselreserve bijvullen.
Industrieparken waar nog percelen grond niet bebouwd zijn, zijn ideale trekpleisters voor kneu's, zwarte roodstaarten, veldleeuwerikken, paapjes, geelgorzen, grasmussen, gele kwikken, etc....als de onkruiden die erop staan niet worden gemaaid.
Waar deze kleinere vogels zich ophouden zie je normaal ook torenvalken, buizerds etc...Zelfs hermelijn en marters kun je treffen.
Bij meerdere dagen mooi, heet weer(het hele jaar door ) moet je waterplasjes/tractorsporen die zich langs de veldwegen bevinden observeren. Hier komen de vogeltjes zich wassen/drinken. Kneu's en gele kwikken komen meermaals per dag zich wassen.
Een plasje water in een bos is een wasplaatsje voor zwartkop, goudhaan, matkop, kuifmees, gaai etc...
Kwartels, patrijzen, fazanten, mussen houden van een zandbadje bij warm weer, ook weer te vinden aan de kant van de veldwegen.
Op bouw-, afbraakwerven zie je vaak tapuiten, witte kwikken etc...
Aan het strand zie je steenlopers, paarse strandlopers, vele soorten meeuwen etc... maar kijk ook met de verrekijker naar de kleinere soorten zoals bontbekplevier die ergens tussen
de grotere lopen en zoek naar aparte soorten die tussen de meeuwen zitten. Je ziet 25 meeuwen zitten maar misschien zit er bv één grote stern tussen.
Maar het belangrijkste is volgens mij toch wel het luisteren.
Vaak hoor je al sijzen vooralleer je ze ziet. Baardmannetjes hoor je ook al van ver, de buidelmees met zijn metaalachtig geluid, geelgors, een ijsvogel, zwartkop, blauwborst etc....allemaal vogels die je hoort voor je ze ziet.
In de herfst moet je op zoek naar zaaddragende onkruiden zoals teunisbloem, zuring, kaardebollen, distels etc...
Als je bv een plaatsje vindt waar kaardebollen of teunisbloemen staan komen er misschien putters of barmsijzen op af,..op zuring hangen regelmatig kneu's, op koolzaad kun je paapjes vinden, op distels kun je putters en rietgorzen vinden...
Een water waar ook aalscholvers vissen bevat vis.....100% zeker. Als hier nog eens riet staat en omgevallen bomen/struiken zijn kun je ijsvogels, roerdompen, woudapen, waterrallen etc vinden. Deze vogels foerageren vanuit het riet en vanaf overhangende takken/drijfhout.
Voor reigersoorten(blauwe-, purper-, grote zilver-, kleine zilver- ) moet er een ondiep gedeelte zijn waar ze kunnen staan. In een onderwater gelopen zandgroeve/kiezelkuil ga je weinig of geen watervogels aantreffen.
Eenden en ganzensoorten moeten kunnen "grondelen".
Boomkruipers en boomklevers, grote en kleine bonte specht hebben het liefst een oud loofbos waar veel insecten onder/tussen de schors van dode bomen zitten. In een "nieuw" bos met allemaal gezonde bomen zul je weinig van deze soorten vinden.
Roofvogels zoals buizerd en torenvalk hebben gewoonlijk een uitkijkpost.
Veldleeuwerik is ook een soort met een uitkijkpostje.
Probeer deze te vinden.
De meeste vogels beginnen te foerageren bij het ochtendgloren met een piek rond 10-11 uur. Rond de middag is er een rustperiode. Na de rustperiode (+-13u----14u) beginnen ze terug te foerageren tot +-16u---17u waarna ze stilletjes hun slaapplaatsen opzoeken.
Als de duisternis valt zul je soms nog een merel zien voorbij komen of hoor je in de verte de ganzen en eenden hun slaapplaats opzoeken.
Met een voerplaatsje in je tuin kun je deze rustperiode mooi waarnemen.
Waar er in jouw omgeving plaatsen zijn weet ik niet, ik ben ne "G"limburger.
Maar zelfs hier is het niet alle dagen "bingo".
Oorspronkelijk geplaatst door LaurentS
Bekijk bericht
Nu is de tijd niet ideaal maar in het voorjaar, ..maart, april, mei,...kun je zonder veel moeite ontdekken waar vogels zich ophouden. Zie je een soort meerdere malen op dezelfde locatie kun je al vermoeden dat die zich daar ergens gaat nestelen.
Achter een week of twee is de trek volop bezig en kun je veel treksoorten zien die hun voedselreserve bijvullen.
Industrieparken waar nog percelen grond niet bebouwd zijn, zijn ideale trekpleisters voor kneu's, zwarte roodstaarten, veldleeuwerikken, paapjes, geelgorzen, grasmussen, gele kwikken, etc....als de onkruiden die erop staan niet worden gemaaid.
Waar deze kleinere vogels zich ophouden zie je normaal ook torenvalken, buizerds etc...Zelfs hermelijn en marters kun je treffen.
Bij meerdere dagen mooi, heet weer(het hele jaar door ) moet je waterplasjes/tractorsporen die zich langs de veldwegen bevinden observeren. Hier komen de vogeltjes zich wassen/drinken. Kneu's en gele kwikken komen meermaals per dag zich wassen.
Een plasje water in een bos is een wasplaatsje voor zwartkop, goudhaan, matkop, kuifmees, gaai etc...
Kwartels, patrijzen, fazanten, mussen houden van een zandbadje bij warm weer, ook weer te vinden aan de kant van de veldwegen.
Op bouw-, afbraakwerven zie je vaak tapuiten, witte kwikken etc...
Aan het strand zie je steenlopers, paarse strandlopers, vele soorten meeuwen etc... maar kijk ook met de verrekijker naar de kleinere soorten zoals bontbekplevier die ergens tussen
de grotere lopen en zoek naar aparte soorten die tussen de meeuwen zitten. Je ziet 25 meeuwen zitten maar misschien zit er bv één grote stern tussen.
Maar het belangrijkste is volgens mij toch wel het luisteren.
Vaak hoor je al sijzen vooralleer je ze ziet. Baardmannetjes hoor je ook al van ver, de buidelmees met zijn metaalachtig geluid, geelgors, een ijsvogel, zwartkop, blauwborst etc....allemaal vogels die je hoort voor je ze ziet.
In de herfst moet je op zoek naar zaaddragende onkruiden zoals teunisbloem, zuring, kaardebollen, distels etc...
Als je bv een plaatsje vindt waar kaardebollen of teunisbloemen staan komen er misschien putters of barmsijzen op af,..op zuring hangen regelmatig kneu's, op koolzaad kun je paapjes vinden, op distels kun je putters en rietgorzen vinden...
Een water waar ook aalscholvers vissen bevat vis.....100% zeker. Als hier nog eens riet staat en omgevallen bomen/struiken zijn kun je ijsvogels, roerdompen, woudapen, waterrallen etc vinden. Deze vogels foerageren vanuit het riet en vanaf overhangende takken/drijfhout.
Voor reigersoorten(blauwe-, purper-, grote zilver-, kleine zilver- ) moet er een ondiep gedeelte zijn waar ze kunnen staan. In een onderwater gelopen zandgroeve/kiezelkuil ga je weinig of geen watervogels aantreffen.
Eenden en ganzensoorten moeten kunnen "grondelen".
Boomkruipers en boomklevers, grote en kleine bonte specht hebben het liefst een oud loofbos waar veel insecten onder/tussen de schors van dode bomen zitten. In een "nieuw" bos met allemaal gezonde bomen zul je weinig van deze soorten vinden.
Roofvogels zoals buizerd en torenvalk hebben gewoonlijk een uitkijkpost.
Veldleeuwerik is ook een soort met een uitkijkpostje.
Probeer deze te vinden.
De meeste vogels beginnen te foerageren bij het ochtendgloren met een piek rond 10-11 uur. Rond de middag is er een rustperiode. Na de rustperiode (+-13u----14u) beginnen ze terug te foerageren tot +-16u---17u waarna ze stilletjes hun slaapplaatsen opzoeken.
Als de duisternis valt zul je soms nog een merel zien voorbij komen of hoor je in de verte de ganzen en eenden hun slaapplaats opzoeken.
Met een voerplaatsje in je tuin kun je deze rustperiode mooi waarnemen.
Waar er in jouw omgeving plaatsen zijn weet ik niet, ik ben ne "G"limburger.
Maar zelfs hier is het niet alle dagen "bingo".
Comment